Interventietoolbox Inspectie SZW

Interventietoolbox Inspectie SZW

 

Doelstelling interventietoolbox

De toolbox is ontwikkeld voor en met de Inspectie SZW. De doelstelling van de toolbox is om programmamanagers, projectleiders, en inspecteurs te helpen om de beschikbare interventiemogelijkheden zo effectief mogelijk in te zetten en op die manier bij te dragen aan het sturen op effect. Het beoogde effect van toezicht van de Inspectie SZW is het bijdragen aan gezond, eerlijk en veilig werk en bestaanszekerheid voor iedereen.

Drie stappen

Uitgangspunt van de interventietoolbox is dat deze praktische en toegankelijke ondersteuning moet bieden aan de programmamanagers bij het opstellen van hun programmaplan. De opdracht om een programmaplan op te stellen komt voort uit een Inspectiebrede Risico Analyse (IRA), waarin wordt vastgesteld voor welke thema’s of sectoren extra aandacht nodig is, omdat daar “gezond, eerlijk en veilig werk en bestaanszekerheid voor iedereen” het meest wordt bedreigd.

In het programmaplan geven de programmamanagers aan welke interventies zij waar gaan inzetten.

Om een goed afgewogen keuze te maken voor de in te zetten interventies worden de programmamanagers ondersteund in drie stappen; kiezen, begrijpen en aanpakken.

  1. Kiezen. In deze stap wordt een nadere focus gekozen. Als een programma een hele sector of volledig thema omvat kan blijken dat het risico niet overal even groot is. Door deze deelrisico’s nader te analyseren komt de focus van het programma daar te liggen waar de risico’s het hoogst zijn.
  2. Begrijpen. Als duidelijk is bij welke doelgroepen de hoogste risico’s zijn, is het belangrijk om te begrijpen waarom deze doelgroepen zich zo gedragen. In deze stap worden de motieven en omgevingsfactoren van de doelgroep in kaart gebracht.
  3. Aanpakken. De kennis van de doelgroep levert aanknopingspunten om interventies te kiezen die het gedrag effectief zullen verbeteren en daarmee het gewenste maatschappelijk effect helpen bereiken. In de derde stap wordt de kennis van de doelgroep vertaald in een effectieve interventiemix.

In elke stap worden keuzes gemaakt. Om die keuzes goed te kunnen onderbouwen is voor elke stap geïnventariseerd welke tools (instrumenten) kunnen helpen bij de analyses. De interventietoolbox is de plaats waar deze tools zijn geordend en toegankelijk gemaakt.

Opbouw interventietoolbox

Voor de stappen kiezen en begrijpen staan de beschikbare tools centraal. Voor de stap begrijpen bijvoorbeeld, zijn dat de bekende tafel van elf en de opvolger daarvan het interventiekompas, maar ook tools zoals het barrièremodel, de ketenanalyse en de netwerkanalyse.

Schematische opzet van de interventietoolbox

Met behulp van een keuzewijzer wordt de gebruiker geholpen om de juiste tools te kiezen voor de betreffende situatie. Bij het barrièremodel staat een bewuste en bedrijfsmatig georganiseerde overtreding of constructie centraal. Vanuit het perspectief van de overtreder wordt in kaart gebracht wat er allemaal aan legale en illegale activiteiten en partijen nodig is om de bewuste overtreding of constructie te organiseren. De tool leent zich daarom goed voor doelgroepen waar willens en wetens wordt overtreden.

De netwerkanalyse leent zich met name voor situaties waarin sprake is van onderlinge afhankelijkheden en beïnvloeding tussen stakeholders in een sector of domein. Om het gedrag te begrijpen is inzicht in deze samenhang nodig. Voor alle tools is in de keuzewijzers voor kiezen en begrijpen op deze manier geschetst in welke situatie die tool optimaal rendeert.

Wanneer we in de concrete praktijk van het ontwikkelen van programma’s niet goed uit de voeten konden met de bestaande tools, zijn nieuwe tools ontwikkeld. Voorbeelden zijn de risicoverkenner voor de stap kiezen of het drijfverendiagram en de doelgroepverdeler voor de stap begrijpen.

Voor de laatste stap, aanpakken, is gekozen voor een benadering vanuit de verschillende mogelijke interventies. Deze zijn in de interventiewijzer geclusterd naar interventies die bedoeld zijn om de doelgroep op te leiden en te ondersteunen, interventies uit de sector- en ketenbenadering en ten slotte interventies die worden ingezet om de doelgroep af te schrikken. Voor alle 21 verschillende interventiemogelijkheden is aangegeven onder welke voorwaarden ze toepasbaar zijn, maar ook wanneer ze juist negatieve bijeffecten kunnen hebben. Door het hele spectrum aan interventies overzichtelijk bij elkaar te brengen, wordt het in de programma’s makkelijker om de volle breedte aan mogelijkheden te overwegen en zo de meest effectieve interventiemix samen te stellen.

De interventietoolbox is toegankelijk gemaakt via een interne website, waar voor alle tools een handleiding, een draaiboek en de benodigde materialen zijn opgenomen. Bij de interventiewijzer zijn ook verschillende tools opgenomen om de stap van begrijpen naar aanpakken te ondersteunen, zoals inspiratiekaarten met voorbeelden van eerder uitgevoerde interventies.

Gebruikservaring met de interventietoolbox

De programmamanager en haar of zijn team gebruiken de tools bij het maken van keuzes. Ze benutten daarvoor data wanneer die beschikbaar en voldoende betrouwbaar zijn, maar ook en vooral de ervaring van inspecteurs en derden die de doelgroep goed kennen. De best bruikbare analyses maken, zeker bij het begrijpen en aanpakken, ook gebruik van vertegenwoordigers uit de doelgroep.

Om de analyses te begeleiden is naast kennis van de tools ook en vooral ervaring met de tools van belang. De programmamanagers besteden slechts incidenteel tijd aan het maken van een programma, dus zij zullen niet snel voldoende ervaring opdoen. Daarom heeft de Inspectie SZW er voor gekozen om een kleine groep medewerkers op te leiden tot begeleiders in het gebruik van de interventietoolbox en de tools daaruit. Omdat juist ervaring belangrijk is, heeft de opleiding voor een belangrijk deel het karakter van ‘coaching on the job’. De ervaring bij de Inspectie SZW is dat een team van getrainde begeleiders een belangrijke succesfactor is bij het toepassen van de interventietoolbox.

De programmamanagers overleggen met de begeleiders over de beste manier om hun programma te ondersteunen. Welke keuzes moeten er nog worden gemaakt en welke tools gaan daarbij de beste ondersteuning bieden? Wanneer het niet nodig is om analyses uit te voeren, bijvoorbeeld omdat de focus al duidelijk en goed doordacht is, dan worden daarvoor geen analyses uitgevoerd en daarmee ook geen tools uit de interventietoolbox ingezet.

De meeste winst ten opzichte van het ontwikkelen van programma’s zonder de interventietoolbox zit tot dusverre in het bewust en doordacht zetten van stap 2, het goed begrijpen van de doelgroep. Die stap zorgt ervoor dat de programma’s breder kijken naar mogelijke interventies. Het gebruik van de toolbox is niet verplicht, programmamanagers gebruiken het omdat zij daar de voordelen van inzien.

Het management ondersteunt en stimuleert het gebruik van de toolbox wel. Dat laatste draagt zeker bij aan het gebruik van de interventietoolbox. Ook omdat de programmamanagers zich daarmee gesteund weten als zij tijd en energie steken in de inzet van deze tools.

Meer?

Zie bijvoorbeeld dit artikel van de samenwerkende rijksinspecties over de interventietoolbox, of neem contact met ons op.